Van 13 tot 24 februari kwam Tirza Schipper op bezoek. In Nederland heeft zij mij les gegeven in het Chichewa, de nationale taal van Malawi. Zij kwam naar Malawi om samen met mij en mijn collega Alfred taalkundig onderzoek naar het Elhomwe te doen. Beter inzicht in de grammatica, schrijfwijze, tonen e.d. is erg belangrijk voor het vertaalwerk.
Voor ons onderzoek hebben we veel tijd in dorpen in vier verschillende provincies doorgebracht. Reis met ons mee….
Op maandagochtend vertrokken we naar Phalombe, een afgelegen gebied, dichtbij de Mozambicaanse grens, met geweldige vergezichten…
…veel bergen…
…en overal maïs…
…en af en toe een hut en mensen die op het land werken.
Ons eerste bezoek was aan het dorp Mauzi. Overal waar we kwamen verliepen onze contacten met de bevolking via de dorpshoofden.
Het dorpshoofd van Mauzi en zijn vrouw…
Wij zouden die middag nog verder reizen naar een ander dorp, maar het begon zo hard te regenen dat de wegen onbegaanbaar werden. Dus mochten we bij het dorpshoofd blijven slapen. Het huis had drie kamers: een slaapkamer, woonkamer en opslagruimte. De familie was enorm gastvrij. Voor Tirza en mij werd de slaapkamer vrijgemaakt, de mannen sliepen in de woonkamer en de vrouw van het dorpshoofd en zijn kind in de opslagruimte.
‘s Avonds nog wat gewerkt bij het licht van een olielampje en om 8 uur naar bed…iedereen gaat vroeg naar bed…want rond 4 uur ‘s morgens begint het leven weer.
Toen het licht werd, konden we beter zien waar we die nacht hadden geslapen. In de slaapkamer worden gewoonlijk de meest kostbare bezittingen bewaard, zoals kleding…
…een radio…
…een weegschaal en moterhelm.
Achter het huis bevond zich een binnenplaats met de keuken…
…tussen drie stenen wordt een vuurtje gemaakt, de kookpot rust dan op deze stenen…in een platte mand het basisvoedsel maïsmeel.
Behalve een keuken was er ook een badkamer. Maar water is schaars, dus wassen kan niet iedere dag.
Het dorpshoofd is de rijkste man in de omgeving…en dat laat hij graag zien… Zijn motorfiets werd veilig in de woonkamer gestald.
Het huis van de achterkant…
…en van de voorkant. Op de veranda hadden we op maandag een bijeenkomst met mensen uit het dorp gehad.
Gewoonlijk wordt er niet ontbeten; daarvoor hebben mensen geen geld. Maar van de bezoekers werd viavia wat geld gevraagd, zodat thee, suiker en madasi (een soort oliebollen) gekocht konden worden…
…bij een zogenaamd ‘theehuis’.
Thee wordt lokaal verbouwd…
…en geplukt, maar is voor weinig mensen betaalbaar.
Na het onbijt zaten er al mensen te wachten voor een tweede bijeenkomst, waarin Tirza en ik hen allerlei zinnetjes in het Chichewa vroegen. Zij vertaalden die in het Elhomwe. Op basis daarvan leerden wij veel over de grammatica.
Na afloop van elke bijeenkomst kregen deelnemers een t-shirt, als dank en om het vertaalproject verder te promoten.
Rond 9 uur waren de wegen weer redelijk begaanbaar en vertrokken we naar het volgende dorp Bwanali, Alfreds geboorteplek. Onderweg kwamen we langs palen die de grens met Mozambique markeren.
In Phalombe wordt niet alleen maïs, maar ook rijst verbouwd.
Uitgestrekte rijstvelden…
In Bwanali werden we hartelijk ontvangen door Alfreds familie.
Onze eerste bijeenkomst startte met drie vrouwen, maar al snel had zich een grote groep mensen verzameld.
Ook mannen en veel kinderen.
Tirza en ik waren voornamelijk geïnteresseerd in de grammatica, maar probeerden ook zoveel mogelijk op te pikken van allerlei lokale gewoonten. Mensen vertelden niet alleen over hun dagelijks leven, maar demonstreerden dat ook….
Toen wij vroegen naar de groenten die men eet, kwam er een hele verzameling bladeren voorbij. Veel mensen hebben geen geld om groenten te verbouwen of te kopen. Maar allerlei soorten bladeren zijn ook eetbaar, zoals pompoenbladeren…
en bladeren van de okraplant…
Tijdens onze bijeenkomsten waren de vrouwen vaak bezig met het afhalen van dergelijke bladeren ter voorbereiding op de lunch.
De meeste mensen hebben ook geen geld voor zout. Daarom wordt as met water gemengd. Na filtering heeft het water een zoute (as)smaak. In dit water worden de bladeren gekookt.
Hout en as liggen klaar om de lunch voor te bereiden.
De groenten worden samen met nsima, een soort stevige maïspuree, gegeten. De maïs wordt in onderstaande bak gestampt.
Uiteindelijk is dit het resultaat….
Alfred tijdens de lunch…
Voor het avondeten waren er rupsen verzameld. Die worden een dag in de zon gedroogd. Voor veel mensen een lekkernij.
In Phalombe wordt behalve maïs en rijst ook tabak verbouwd, een belangrijk exportproduct.
Na het plukken worden de bladeren aan lange stokken geregen…
…en onder een rieten afdak gedroogd.
De ‘tabaksschuren’ worden ook gebruikt voor bijeenkomsten. Daar zit je beschermd tegen zon en regen.
Onze tweede groep in Bwanali met op de voorgrond het vrouwelijke dorpshoofd.
Na een wandeling kwamen we in het laatste dorp voor die dag aan.
Na afloop werd er uitbundig gezongen….
…en gedanst.
Tegen de avond kwamen we bij Alfreds huis aan. Hij woont nu in Luchenza, maar heeft nog steeds zijn huis in het dorp.
Het wordt nu bewoond door zijn broer met zijn gezin.
De traditionele slaapplek.
Sommige mensen hebben geld om wat olie te kopen, zodat zij ‘s avonds licht hebben. Dat wordt in hele kleine hoeveelheden verkocht (zie foto), zodat het betaalbaar blijft. Alfreds familie had daar echter niet genoeg geld voor. De buurman had een ledlamp die hij uitleende, maar om de leds te sparen, besloten we in het donker te zitten.
In de schemer liepen veel vrouwen en kinderen voorbij om water te halen.
Het water wordt in grote potten bewaard. Ook hier was het schaars.
Op woensdagochtend hadden we een bijeenkomst in een kerkje. We begonnen met taalonderzoek.
We hadden die dag voornamelijk predikanten en ouderlingen uitgenodigd.
Hun vrouwen en kinderen waren ook aanwezig.
Na anderhalf uur taalonderzoek, deelde Alfred een hoofdstuk uit de bijbelvertaling uit. Samen met de deelnemers las hij dat door.
Ook hield hij een korte preek in het Elhomwe.
Na deze sessie vertrokken we rond 13 uur weer richting Blantyre, waar we aan het einde van de middag aankwamen.
Op de dagen die volgden, maakten we dagtrips naar drie andere gebieden waar het Elhomwe wordt gesproken: Thyolo, Chiradzulu en Mulanje.
Ieder bezoek begon met wachten op het dorpshoofd.
Tijdens het wachten gespot:
kuiltjes in de grond om het bawo-spel te spelen…
…hout hakken om te koken…
…de afwas…
…het afwasrek…
…de kleding van het dorpshoofd…één van de weinige mensen met een goede jas…
…overal kinderen…
…een zelfgemaakt drumstel…
…verhuizing.
Na het wachten op het dorpshoofd volgden er ontmoetingen met veel groepen mensen.
In Phalombe wordt het Elhomwe door iedereen gesproken. In de andere provincies die we later bezochten voornamelijk door oudere mensen.
Sommigen waren heel oud!
De alleroudsten hebben speciale tatoeages op hun gezicht.
Diep aan het nadenken over de grammatica van hun eigen taal…
Vrouwen zitten vaak gescheiden van…
…mannen.
Lunch bij een heel klein winkeltje in de omgeving…
…en bij een ander winkeltje…
…met veel hongerige blikken in onze rug…onontkoombaar, maar ontzettend moeilijk om mee om te gaan.
Vooral als je weet dat het in Blantyre ook zo kan…
Onze laatste bijeenkomst was met de familie van Alfred…
Daarna konden we met een voldaan gevoel en heel veel data op papier ons veldwerk afsluiten. Nu nog uitwerken…zodat er straks een echte grammatica ligt!